Leerstoel Jef Van Gerwen sj

De leerstoel Jef Van Gerwen sj wordt ingericht door de Universiteit Antwerpen in het bijzonder het Centrum voor Ethiek, de faculteit Economie en de UAMS. UCSIA heeft de leerstoel ingesteld om de nagedachtenis te huldigen van deze Antwerpse jezuïet die een pionier was inzake bedrijfsethiek in Vlaanderen en die mee aan de basis lag van de oprichting van UCSIA.

Op 4 mei 2006 werd de leerstoel voor de eerste keer ingericht. Prof. dr. Bea Cantillon, vice-rector Universiteit Antwerpen, verwelkomde de talrijke gasten en onderstreepte het belang van de leerstoel. Prof. dr. Luc Van Liedekerke, die de promotor is van de leerstoel, ging nader in op het baanbrekende werk dat Jef Van Gerwen verrichte.

Jef Van Gerwen SJ

Jef Van GerwenJef Van Gerwen s.j. (1952-2002), leerde het domein van de bedrijfsethiek kennen tijdens zijn studies in Berkeley. Hij was de eerste om dit domein te introduceren in Vlaanderen, en vele generaties studenten leerden bedrijfsethiek kennen vanuit zijn handboek ‘Business en ethiek, spelregels voor ethisch ondernemen, Lannoo, 2002. Jef was echter veel meer dan bedrijfsethicus, hij was de gedreven voorzitter van USOS, de Universitaire Stichting voor Ontwikkelingssamenwerking en nauw betrokken bij de werking van USAB, de Universitaire Stichting voor Armoedebestrijding en de Leerstoel Rector Dhanis. Hij was ook een van de drijvende krachten achter het Centrum voor Ethiek (departement Wijsbegeerte).

Jef Van Gerwen benaderde de werkelijkheid “(…) vanuit de positie van de gewone burger, als oplettende en kritische toeschouwer, als meedenkend subject, als betrokken maar relatief afstandelijke partij. (…) Indien ik niet academisch bezig zou zijn, zou ik hetzelfde doen: wandelen in de gangen van de macht, van het parlement, een bank of een politieke partij, om zoals Michael Walzer dat noemt kibitser te zijn. Een kibitser is in de talmoedische traditie een commentator, een criticus, iemand die participeert aan het openbaar debat zonder het voortouw te nemen of zich permanent te binden aan de macht (…)”. Dat schreef hij in Filosofie als levenshouding, het liber amicorum voor zijn collega prof. Jean Verhaeghe.

Antoon Vandevelde, 22 maart 2018
Tomáš Sedláček, november 2017, GEANNULEERD

De economie van goed en kwaad

Geannuleerd!

Helaas zien we ons genoodzaakt de lezing De economie van goed en kwaad te annuleren. De lezing werd al een eerste keer verschoven van het voorjaar naar 28 november 2017, maar de agendaproblemen bij de gastspreker Tomáš Sedláček houden aan.

We vinden het bijzonder spijtig dat we hierdoor de Leerstoel Jef Van Gerwen sj niet kunnen invullen en spannen ons samen met promotor prof. dr. Luc Van Liederkerke in, om volgend kalenderjaar opnieuw een degelijke lezing te kunnen aanbieden rond bedrijfsethiek en/of spiritualiteit in het leiding geven.

Wellicht mogen we op uw begrip rekenen.

UCSIA, het Centrum voor Ethiek van de Universiteit Antwerpen en de Antwerp Management School richten jaarlijks de Leerstoel Jef Van Gerwen in ter nagedachtenis aan deze markante jezuïet en academicus. Jef Van Gerwen sj (1952–2002) genoot alom erkenning voor zijn academische expertise inzake bedrijfsethiek en zijn belangstelling voor spiritualiteit.

De Tsjechische econoom Tomáš Sedláček publiceerde in 2009 “De economie van goed en kwaad”. Zoektocht naar economische zingeving van Gilgamesj tot Wall Street (Nederlandse uitgave: Scriptum, 2012). Hij gaat ervan uit dat economie naast een wetenschap ook een verhaal van mensen is dat hun handelen duidt en richt. De wiskundige modellen van de hedendaagse economie zijn niet exacter of betrouwbaarder dan de mythes uit Sumerië of Palestina. Vanuit dit uitgangspunt trekt hij een waaier aan nieuwe inzichten open in oude geschrift en of recente ontwikkelingen: van de ‘urbane’ visie op beschaving in de Gilgamesj en de ‘rurale utopie’ in de Thora, over de Griekse Filosofenstrijd tussen stoïcijnen en hedonisten, de ascese van Augustinus en de aardsheid van   omas van Aquino, een nieuwe lezing van Wealth of Nations van Adam Smith tot de filosofische wortels van de consumptie-economie en de economie van het begeren. Zijn onconventionele analyse werpt een nieuw licht op de aannames en verborgen agenda’s van de economische wetenschap. Het brengt hem tot volgend besluit: ‘De economie is een geloof dat ontkent een geloof te zijn’.

Tomáš Sedlácek is hoofd macro-economische strategie van de Tsjechische bank ČSOB. Hij was en is betrokken in toekomstverkenningen over economie, politiek en Europa zoals de groep Narrative of Europe (Manuel Barroso) of het rapport Nieuw Economisch Denken van het World Economic Forum. Hij maakte deel uit van de Nationale Economische Raad van de Tsjechische Republiek en was economisch adviseur van president Václav Havel.

Inleiding door Luc Van Liedekerke, Antwerp Management School, houder van de BASF Deloitte Elia Chair on Sustainability.

religie | rechtvaardigheid | waardenoverdracht

Praktische informatie

Taal Engels
Wanneer Dinsdag 28 november 2017
18.00u-19.30u
Locatie Universiteit Antwerpen Hof van Liere
Prinsstraat 13
2000 Antwerpen
Inschrijven Deelname is gratis.
Patricia Werhane & Geert Demuijnck, maart 2014

Bekijk de foto’s

In 2014 werd de Leerstoel Jef Van Gerwen sj bekleed door Prof. dr. Patricia Werhane (De Paul University, USA) en prof. dr. Geert Demuijnck (Université Catholique de Lille). UCSIA organiseert deze leerstoel in samenwerking met prof. dr. Luc Van Liedekerke (Universiteit Antwerpen). 

Prof. dr. Patricia Werhane (De Paul University, USA) en prof. dr. Geert Demuijnck (Université Catholique de Lille) zetten op 27 maart 2014 uiteen hoe bedrijfsleiders goed zakendoen kunnen verenigen met ethische en sociale doelstellingen. Het is de idee van ‘werken aan de voet van de piramide’: voorbeelden uit Indië en Kameroen tonen aan dat de noden en behoeften van miljoenen armen in de wereld gelenigd worden door ondernemende bedrijven op een manier die waardige jobs oplevert, het leefmilieu respecteert en het algemeen belang dient.

Markten ‘werken’ en zorgen voor ontwikkeling, soms beter dan filantropie die mensen afhankelijk maakt, maar vrije markten leiden nooit blindelings tot het beste voor iedereen en kunnen zelfs ernstige schade veroorzaken, zoals blijkt uit de financiële crisis. Kansen zijn terzelfdertijd bedreigingen. Globalisering, gemakkelijke toegang tot overvloedige informatie, een groter gewicht van de financiële sector of culturele veranderingen zoals meer individuele autonomie en rechten zorgen voor groei, welvaart en ontvoogding, maar kunnen ook leiden tot ongelijkheid, stokkende collectieve besluitvorming, instabiliteit en economische ontwrichtingen.

De bedrijfsleider kan een evenwicht zoeken tussen sociaal verantwoord ondernemen ten voordele van alle stakeholders en het algemeen belang enerzijds, het volgen van economische prikkels op korte termijn zoals het maximaliseren van financiële waarde voor aandeelhouders anderzijds. Het pad tussen beide polen loopt over persoonlijke kritische reflectie, engagement en spiritualiteit, maar leidt ook tot instrumenten voor monitoring zoals het ‘UN Global Compact’ en tot ‘corporate social responsibility (CSR)’ die ethisch gedrag binnen een bedrijf verankert in procedures en afspraken.

Luk Bouckaert, april 2013

In 2013 bekleedde Luk Bouckaert de Leerstoel Jef Van Gerwen. Luk Bouckaert is emeritus hoogleraar aan de KU Leuven en het LUC Diepenbeek waar hij ethiek en wetenschapsfilosofie doceerde. Hij werd gevormd als filosoof en economist. Sociaal engagement en spiritualiteit zijn twee rode draden doorheen zijn academische loopbaan en persoonlijke inzet. In 1987 startte hij met enkele collega’s en ondernemers het interdisciplinair Centrum voor Economie en Ethiek te Leuven. In 2000 stichtte hij het SPES-forum, de Academie voor meer Spiritualiteit in Economie en Samenleving. Zijn onderzoek en talrijke publicaties – vaak als co-editor – typeren zijn werk en engagement:“Palgrave Handbook of Spirituality and Business” (Palgrave, 2011), “Frugality: Rebalancing Material and Spiritual Values in Economic Life” (Peter Lang, 2008), “Respect & Economic Democracy” (Garant, 2010), “Metafysiek en engagement. Een personalistische visie op gemeenschap en economie” (Acco, 1992).

Em. prof. dr. Luk Bouckaert reikte in een publieke lezing op 18 april 2013 handgrepen aan om de verlammende ervaring van economische crisis, politieke impasse, samenlevingsproblemen en collectieve existentiële twijfel te overstijgen. Een dieper persoonlijk geestelijk leven, utopisch denken en spiritueel leiderschap kunnen mensen opnieuw met zichzelf en met elkaar verbinden. Maar daartoe moeten we defensieve mechanismen loslaten: zondebokken, competitiedenken, eenzijdige rationaliteit gericht op beheersing. Organisaties en bedrijven kunnen en moeten ruimte geven aan dergelijk proces van herbronning en intuïtieve creativiteit. De gastspreker verduidelijkte ook de bronnen in wetenschap, literatuur en kunst waarop hij zich baseert.

Klik hier voor de powerpoint van “Spiritualiteit en crisis” . 

Ryan Patrick Hanley, maart 2012

Ryan HanleyHet neoliberalisme hield voor dat een vrije markt, zonder regulering of overheidsoptreden, het beste is voor iedereen. De Sovjetunie die in elkaar zakte en de Chinese economie die op dreef kwam door privaat eigendom en ondernemen, leken dat te bevestigen. De twijfels keerden terug door de wereldwijde financiële en economische crisis en de ecologische problemen. Hoe kunnen we de markteconomie ‘goed’ maken? In het voorjaar van 2012 onderzocht de 7e editie van de Leerstoel Jef Van Gerwen sj twee soorten antwoorden op die vraag: deugden en belangen

Persoonlijke deugden – Lezingen door Prof. Dr. Ryan P. HANLEY (12 en 19 maart 2012)

In zijn boek An Inquiry into the Nature and the Causes of Wealth of Nations (1776) beschrijft Adam Smith (1723 – 1790) hoe de ‘onzichtbare hand’ leidt tot welvaart en groei. Vandaag beschouwen velen Smith als de voorvechter van het eigenbelang en het ‘laissez-faire’. Hij gelooft dat de commerciële maatschappij efficiënt armoede wegwerkt en slavernij vervangt door gelijkwaardige sociale relaties. Maar jn The Theory of Moral Sentiments (1759) is hij ook één van de eerste critici  van het ‘kapitalisme’. Smith is samen met Jean-Jacques Rousseau bezorgd over uitwassen zoals egocentrisme, overdreven drang naar erkenning, rusteloosheid en angst, vervreemding en dubbelhartigheid, onverschilligheid en morele oppervlakkigheid, individualisering en uitholling van sociale relaties, gebrek aan inlevingsvermogen voor de zwakkeren of zelfs uitbuiting. Smith zoekt het antwoord in een morele filosofie van sterke persoonlijke deugden. Adam Smith kan ook vandaag nog mensen inspireren die bezorgd zijn voor de tekortkomingen van de vrije markt en die verlangen naar deugdzaam ondernemen en leiderschap.   

Prudentie is het rationeel overwegen van de goede en slechte gevolgen van onze daden en het kunnen uitstellen van onmiddellijke genoegdoening. Gematigdheid en standvastigheid. Grootmoedigheid is het streven om het nobele en het goede te doen en niet omdat anderen daar naar opkijken. Weldadigheid wortelt in de christelijke idee van caritas. Men moet naast het eigenbelang ook rekening houden met andermans belang en met het algemeen belang, dat niet alleen met woorden maar ook met daden.

Ryan Patrick Hanley doceert politieke wetenschappen aan Marquette University (Milwaukee, USA). Bij Cambridge University Press verscheen Adam Smith and the Character of Virtue (2009) en hij voorzag de jubileum uitgave van The Theory of Moral Sentiments (2010, Penguin Classics) van een uitgebreid notenapparaat.

Evenwichtige belangen – Lezing door Herman VAN ROMPUY en Paneldebat (7 mei 2012)

Vandaag zoekt men de correcties op de tekortkomingen van de markteconomie minder in persoonlijke deugden maar in een evenwicht tussen verschillende belangen: belangen van aandeelhouders, managers, werknemers, komende generaties tot en met het algemeen maatschappelijk belang. De Voorzitter van de Europese Raad, Herman VAN ROMPUY,  onderzocht op 7 mei 2012 hoe politieke leiders tot dergelijk evenwicht kunnen bijdragen in een geglobaliseerde economie. Luc CORTEBEECK (oud-voorzitter van het ACV en voorzitter van de werknemersgroep in de Internationale Arbeidsorganisatie), Christ’l JORIS (voorzitter van Etap Lighting en van de federatie van de technologische industrie Agoria) en publicist Johan VAN OVERTVELDT beantwoordden de vraag vanuit de praktijk. 

Bekijk de lezing H. Van Rompuy

Klik hier om de video te openen

Bekijk het debat

Klik hier om de video te openen

Bekijk de foto’s

Klik hier om de fotoreportage te openen

Tekst lezing en paneldebat

Thomas Maak en Nicola Pless, 7 april 2011

Thomas Maak (professor for Leadership and Responsibility) en zijn echtgenote Nicola Pless (associate professor), beide verbonden aan de ESADE Business School te Barcelona gaven samen een lezing op 7 april 2011. 

Zij gingen nader in op de typologie en de voornaamste eigenschappen van leiders die verantwoordelijkheid opnemen en ze lichtten hun onderzoeksproject ‘Ulysses Program’ toe. De gastsprekers vinden dat het type ‘integrator’ – bedrijfsleiders zoals Anita Roddick van The Body Shop – zich het meest ethisch en maatschappelijk verantwoord opstelt door naast materiële ook humane waarden na te streven en winst ter beschikking te stellen van sociale meerwaarde. Ze luisteren naar en zetten zich in voor alle belanghebbenden en doen dat gewoon omdat het goed is, niet voor de winst of uit strategische berekening.

Het ‘Ulysses programma’ verandert ingrijpend het inzicht en het engagement van medewerkers van een wereldwijd accountantsbedrijf door hen in een overzees ontwikkelingsproject in te schakelen.

CSR won de jongste twee decennia snel veld en wordt tegenwoordig erkend als de norm voor bedrijfsleiders. De jongste jaren neemt bijvoorbeeld het aantal rapporten over bedrijfsactiviteiten vanuit een CSR-invalshoek exponentieel toe. Een goede leider kan mensen en organisaties effectief beïnvloeden en streeft tegelijk ethische doelstellingen na. CSR (corporate social responsibility) en verantwoord leiderschap houden in dat leiders zorg dragen voor winst, mensen en planeet door verandering te brengen en waarden te verwezenlijken, vrijwillig en ver voorbij datgene wat de wet van hen verlangt.

De gastsprekers onderscheiden vier mogelijke ‘mindsets’ van leiders, naargelang deze enerzijds humanistische dan wel materialistische waarden huldigen en anderzijds beperkte of brede doelstellingen nastreven. In de typologie van Maak en Pless dreigen de “economist”, de “idealist” en de “strateeg” door hun eerder beperkte mindset in een valkuil terecht te komen: economische onderperformantie, ethische bijziendheid of zwakke geloofwaardigheid. De integrator streeft een hoger doel na. Hij richt zich naar en respecteert anderen en wil menselijke ontwikkeling ondersteunen. Het is een degelijk bedrijfsleider maar hij stelt winst en ondernemerschap ten dienste van mens en maatschappelijke meerwaarde. Hij/zij voelt zich verantwoordelijk voor en dialogeert met alle belanghebbenden, niet alleen met aandeelhouders of consumenten. De integrator doet dat allemaal niet omdat het geld of strategische businesskansen creëert, of het bedrijfsrisico vermindert. Hij doet het goede omdat hij gelooft dat het juist is. Anita Roddick (oprichter van the Body Shop) of James E. Burke (Johnson&Johnson) zijn schoolvoorbeelden van integrators.

Kenmerken van verantwoord leiderschap zijn inzet, geloofwaardigheid, karakter, burgerzin, zorg, moed, nieuwsgierigheid. Zo’n leider wil de zaken ten goede veranderen, pakt uitdagingen aan en weet om te gaan met complexiteit.

Thomas Maak en Nicola Pless modereren bij PricewaterhouseCoopers sedert 2011 het “Ulysses Program” dat verantwoord leiderschap ontwikkelt en stimuleert bij medewerkers en partners van dit wereldwijd bedrijf.. Kleine multicultureel samengestelde teams van een viertal medewerkers zetten een trimester lang in een ontwikkelingsland een project op poten samen met sociale ondernemers, NGO’s, internationale agentschappen. Een impactstudie toont aan dat dit een bijzonder sterke leerervaring is. De ‘mindset’ van alle deelnemers en hun horizon veranderen ingrijpend: ze denken meer kosmopolitisch, zijn zich meer bewust van zichzelf en hun beperkingen, houden meer rekening met alle belanghebbenden, zijn toleranter, zien het belang in van verdelende rechtvaardigheid, overwinnen vooroordelen, enz. Eigenschappen die een verantwoord leider ten voeten uit kenmerken.   

Johan Verstraeten, 11 februari 2010

Prof. dr. Johan Verstraeten is als gewoon hoogleraar verbonden aan de Onderzoekseenheid Theologische Ethiek van de K.U.Leuven. Hij voert onderzoek uit over spiritueel leiderschap en over de sociale leer van de Katholieke Kerk. Tevens doceert hij bedrijfsethiek, ethiek van oorlog en vrede, de sociale leer van de kerken en ingenieursethiek. 

Prof. dr. Johan Verstraeten (K.U.Leuven) was de gastdocent van de 5e editie van de Leerstoel Jef Van Gerwen sj, die hij prees als zijn leermeester en vriend. De gastspreker ontmaskerde allerlei managementmodellen die als succesformule worden aangeprezen maar niet leiden tot waar leiderschap. Volgens Verstraeten – die zich schatplichtig noemt aan Chris Lowney en Paul de Blot – bestaat de kern van leiderschap uit het erkennen van de anderen als autonome wezens op wiens verantwoordelijkheidszin men beroep doet zodat zij op hun beurt leider worden, zonder hen afhankelijk te maken.

Een leider zoekt diepe wortels in spirituele tradities die immers de neerslag zijn van eeuwenlang verzamelde wijsheid en inzicht. Het gaat niet om een narcistische en trendy “wellness” spiritualiteit. Een leider zoekt geen houvast in cijferfetisjisme of de taal van berekening en nut die uiting zijn van wantrouwen. Hij spreekt een verhalende taal die luistert naar wat de mensen raakt, die hun creativiteit en verbeelding aanmoedigt en uitnodigt tot tegenspraak. Zoals in de Ignatiaanse traditie doet een leider voortdurend aan contemplatieve onderscheiding van het wezenlijke en het bijkomstige. Door meditatie ziet en aanvaardt hij zijn eindigheid en falen. 

Een kritische vragenronde sloot de lezing af: blijft deze visie overeind wanneer een leider slecht nieuws moet brengen? Sommige verhalen kunnen mensen ook opsluiten in plaats van bevrijden? Nog maar heel weinig managers gaan ervan uit dat de mensen in hun organisatie niet gewaardeerd moeten worden?  

    

PowerPoint Johan Verstraeten

Op donderdag 11 februari 2010 gaf Professor Verstraeten de lezing “Leiderschap door wijsheid, Spiritualiteit als onmisbare inspiratiebron“. De powerpoint van zijn lezing vindt u hier.

Johan Graafland, 12 februari 2009

Johan GraaflandOp 12 februari gaf prof. dr. Johan Graafland de lezing in het kader van de Leerstoel Jef Van Gerwen s.j. – 2009. Hij is hoogleraar economie, onderneming en ethiek aan de Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen en directeur van het Centrum voor Corporate Social Responsibility aan de Universiteit van Tilburg.

Zonder de volledige inhoud van het boek voor te stellen, gaf professor Graafland een blik op de analyse die hij maakt in “Het oog van de naald. Over de markt, geluk en solidariteit” (Ten Have, 2007). De Wereldraad van Hervormde Kerken veroordeelde in 2004 in zeer scherpe bewoordingen de vrije markteconomie. Voor Graafland was dit een aanzet om de relatie tussen economie en geluk te onderzoeken. Hierbij confronteert hij 3 benaderingen: aan welke ethische normen moet vrije marktwerking voldoen? wat zegt de Bijbel hierover? wat zeggen de feiten op basis van empirisch wetenschappelijk onderzoek?

 

Prof. Graafland herkent 3 ethische perspectieven:

  • de visie dat vrije marktwerking moet leiden tot het grootste geluk van allen (welvaart, groei), in de traditie van Jeremy Bentham;
  • de opvatting dat marktwerking moet bijdragen tot rechtvaardigheid (respect voor mensenrechten, inkomensverdeling, ….)
  • de verwachting dat marktwerking bijdraagt tot het deugdzame in de mens (naar Aristoteles).

Vervolgens brengt Graafland Bijbelteksten in kaart rond elk van die perspectieven. Het blijkt dat verschillende teksten uit het Oude en Nieuwe Testament vaak verschillende beelden en visies geven. Armoede, bijvoorbeeld, wordt als een sociaal kwaad voorgesteld, rijkdom en ondernemingszin als een zegen. Maar heel wat Bijbelteksten waarschuwen tegen de nadelen van overdreven zucht naar rijkdom. De Bijbel biedt ook vele opvattingen van rechtvaardigheid, gaande van absoluut egalitarisme over capaciteiten (Amartya Sen) tot een libertaire houding.

Tenslotte verzamelt de gastspreker wetenschappelijke gegevens over de relatie tussen elk van die ethische perspectieven en marktwerking. De economische wetenschap legt zich in de jongste decennia zeer diepgaand op die verbanden toe, met pioniers zoals de Britse professor Richard Layard. Op basis van enquêtes en databanken zoals de “World Values Study” en met behulp van nieuwe concepten zoals de “index van economische vrijheid” worden correlaties blootgelegd en geobjectiveerd. Marktwerking blijkt bv. gemiddeld genomen bij te dragen tot groei, maar de relatie tussen de hoogte van het individueel inkomen, het gemiddeld nationaal inkomen en de ervaring van “geluk” is helemaal niet eenduidig. Andere factoren dan inkomen zijn van veel groter belang om het geluk te verklaren, zoals gezondheid, werkzekerheid, stabiele familiale relaties maar ook religie en spiritualiteit.. Bij een nader onderzoek van ‘rechtvaardigheid’ blijken instituten sterk bepalend te zijn, zoals de beschikbaarheid van kapitaal (bv. micro-krediet) of vakbonden. 

De talrijke geanimeerde reacties uit de zaal, bevestigen dat velen bezorgd zijn over de effecten van marktwerking op geluk en solidariteit maar dat het grote publiek nog niet goed vertrouwd is met de economische analyse van hun onderling verband.

Kenneth Goodpaster, 21 januari 2008

Kenneth GoodpasterKenneth E. Goodpaster behaalde een doctoraat in de filosofie aan de universiteit van Michigan. Hij is zonder de minste twijfel een van de pioniers van de bedrijfsethiek en was jarenlang het gezicht van de bedrijfsethiek in Harvard Business School. Hij perfectioneerde daar de case studie analyse. Vandaag bezet hij de Koch Endowed Chair in Business Ethics in de University of St. Thomas, Minnesota. 

Van Kenneth Goodpaster verscheen onlangs Conscience and Corporate Culture (Blackwell Publishers, 2006). Hij lanceerde het begrip ‘teleopathie’: managers die zich volledig laten meeslepen door doelstellingen op korte termijn en alle vragen over goed en kwaad aan de kant schuiven. Goodpaster meent dat ondernemers geen enkel excuus hebben om geen oog te hebben voor rechten, plichten, belangen en deugden. Zij moeten zowel persoonlijk als in de organisatie de toets van het geweten aanbrengen, oriënteren en in stand houden. Goodpaster reflecteerde over de vraag onder welke voorwaarden een kapitalistisch georganiseerde samenleving een goed leven mogelijk maakt of zelfs garandeert.

Hij ziet zakendoen in het perspectief
van de menselijke zoektocht naar geluk en betekenis.

Het vormen en cultiveren van het geweten is volgens Goodpaster de meest betekenisvolle uitdaging van het democratische kapitalisme. Ook universiteiten, bedrijven en beroepsorganisaties moeten terzake hun verantwoordelijkheid opnemen. 

Teleopathy of de morele crisis van het kapitalisme

Bij het begin van de 21ste eeuw werd de bedrijfswereld opgeschrikt door een serie bedrijfsschandalen. Het ging daarbij dikwijls om bedrijven als Enron, Worldcom of onze L&H, bedrijven die als een raket omhoogschoten om even later spectaculair uit elkaar te spatten. Maar het ging ook om meer gerespecteerde namen met een langer verleden als Ahold of Shell. Recent raakten in Europa ook Siemens en Volkswagen in opspraak. En overheidsorganisaties als de NASA bleven evenmin gespaard van hun deel van de problemen. Voor Kenneth Goodpaster zijn al deze schandalen voorbeelden van een ziekte die hij omschrijft als teleopathie.

Teleopathy is een aandoening die volgens Goodpaster zowel mensen als organisaties kan treffen en die erin bestaat dat bedrijven zich gaan fixeren op het bereiken van slechts één doel; met veronachtzaming van alle andere. Dat kan winst zijn, maar bijvoorbeeld ook ‘ruimtelanceringen’. Teleopathy is the unbalancedpursuit of goals or purposes by the individual or an organized group’. Teleopathy kent drie fundamentele symptomen: fixatie op één doel (dikwijls gebeurt dit onder (institutionele) druk), rationalisatie (het goedpraten van deze handelswijze) en persoonlijk afstand nemen van de gevolgen (zodat men niet geraakt wordt door wat er eigenlijk gebeurd).

Na een uitvoerige analyse van teleopathy en een (her-)interpretatie van vele hedendaagse casussen in termen van teleopathy, stelt Goodpaster de vraag hoe teleopathy is te voorkomen.

In de klassieke analyse van MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) komt deze verandering tot stand op basis van externe druk door consumenten, NGO’s en de acties van burgers, maar Goodpaster is hier erg sceptisch over. Hij gelooft niet dat externe druk de organisatie fundamenteel kan veranderen, cosmetisch ja, maar niet in zijn wortels. De verandering moet van binnenuit komen, door de ontwikkeling van wat hij omschrijft als ‘corporate conscience’, het bedrijfsgeweten. Goodpaster buigt hierbij terug op zijn eigen management ervaring en jarenlange omgang met bedrijfsleiders in zijn Harvard periode en betoogt dat leiderschap hier het verschil dient te maken. De bedrijfsleider, met zijn centrale rol in de organisatie, is uiteindelijk het best geplaatst om de overgang naar een bedrijf met een geweten waar te maken. De leider zal daarbij een drietal fasen doorlopen: het geven van richting (orientation of mission), het aanpassen van corporate values (inventory) en motiveren (institutionaliseren van waarden orientaties). Goodpaster reikt zelfs een aantal managementinstrumenten aan die toelaten om zicht te krijgen op het ‘geweten’ van het bedrijf en het overgangsproces te versterken.

Uiteindelijk dient onze hele markteconomie de overstap te maken naar een economie met een geweten. Centraal element hierin zal de opleiding van de toekomstige manager zijn. Vooral de management scholen en exclusieve management opledingsprogramma’s moeten toekomstige leiders helpen in het aantonen van het belang van een bedrijfsgeweten en hun leren hoe dit binnen de organisatie kan ontwikkeld worden. Clubs van bedrijfsleiders zoals de Caux Round Table, persoonlijke favoriet van Goodpaster, brengen leiders met een geweten samen en bevestigen hun in hun keuze. Op deze manier kan een economie met een geweten vorm krijgen. 
  
Meer hierover kan u lezen in Goodpasters meest recente boek: Conscience and Corporate Culture, Blackwell Publishing, 2007.

George Frynas, 15 oktober 2007

Prof. J. George FRYNAS was de gastspreker op de tweede editie van de Leerstoel Jef Van Gerwen sj op 15 oktober 2007. Hij is professor aan de Middlesex University Business School in London. Hij stelt vast dat veel bedrijven zich sterk maken om ambitieuze ontwikkelingsdoelstellingen te verwezenlijken maar achteraf ontgoocheld blijken en afhaken. Ze vinden “Corporate Social Responsibility” (CSR) niet langer geschikt om sociale problemen te verhelpen en besluiten dat ‘ontwikkeling’ aan overheden en NGO’s moet overgelaten worden. In veel Afrikaanse landen ontbreekt het echter aan een ernstig bestuur en het publiek verwacht van de bedrijven dat zij publieke noden lenigen. Professor Frynas onderzocht het analytische kader en de empirische evidentie over de impact van CSR op ontwikkeling. Hij documenteerde deze inzichten met een aantal studies, zoals over de olie- en gassector in Nigeria.

Een aansluitend paneldebat liet stemmen uit de praktijk horen van Christophe Zyde, Business Line Manager Aankoop en Raffinage van Umicore en Marc-Olivier Herman van Broederlijk Delen.

Dirk Matten, 4 mei 2006

Dirk MattenProf. dr. Dirk Matten, docent zakenethiek aan de School of Management van de University of London en directeur van het Centre for Research into Sustainability gaf een lezing “corporate social responsibility”. Prof. Matten onderzocht vragen zoals: Wat is de politieke rol van ondernemingen in de samenleving? Is de onderneming een burger? Welke is de taakverdeling politiek/onderneming (inzake onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid …)? Welke politieke macht heeft de onderneming?

UCSIA

Koningstraat 2
B-2000 Antwerpen
info@ucsia.be
Tel. +32 (0)3 265 49 60