Samen met het Interdiocesaan Pastoraal Beraad (IPB), het Academisch Centrum voor Praktische Theologie (ACPT), de Interdiocesane Commissie voor Catechese (ICC) en uitgeverij Halewijn, organiseerde UCSIA op maandag 2 maart 2020 het symposium ‘Parochie & ambt. Tussen renovatie en innovatie’ in het Hof van Liere. Het symposium was bedoeld om theoretisch en praktisch na te denken over kerkopbouw en gemeenschapsstructuur in Vlaanderen. Tijdens het afgelopen decennium is het Vlaamse parochielandschap namelijk grondig hertekend: de dalende kerkgang en het priestertekort noopten bisdommen ertoe parochies te fuseren tot pastorale eenheden of federaties. Hoewel het statische en territoriale keurslijf van de parochie grotendeels behouden bleef, bleek het voor lokale gemeenschappen moeilijk om met de nieuwe dynamiek en rolverdeling om te gaan. De verlieservaring deed lokale parochiegemeenschappen verder krimpen. Vanuit deze vaststelling dacht de stuurgroep na over vragen als ‘Hoe kan de parochie zichzelf binnen het gegeven kerkjuridische kader heruitvinden?, ‘Hoe versterken we parochianen in hun engagement voor hun gemeenschap?’, ‘Hoe kunnen we de samenwerking tussen gewijden, vrijgestelden en vrijwilligers beter structureren?’.

studiedag
Parochie & ambt
Tussen renovatie en innovatie
2 maart 2020

Download de presentaties

Bekijk de foto’s

Bekijk de organisatoren

Het programma van het symposium werd opgebouwd aan de hand van twee recent verschenen boeken: ‘Als God renoveert’ van de Canadese priester James Mallon en ‘Te weinig priesters… en nu?’ van de Luikse priester Alphonse Borras. Mallon getuigt van zijn persoonlijke aanpak, zijn visie, de vele struikelstenen en de successen in zijn parochies nabij Halifax. De canonist Borras bekijkt de Belgische situatie door een kerkjuridische bril: hij lijst onder andere de mogelijkheden op die het wetboek biedt ter ondersteuning van de hedendaagse parochies. In de voormiddag werd er theoretische gereflecteerd over de inhoud van beide boeken, in de namiddag konden deelnemers in kleinere groepen discussiëren over vier verschillende thema’s: synodaliteit en gemeenschap, gelaagd ambt, buitenlandse priesters en sacramentenpastoraal. De belangstelling was zeer groot: een maand voor het symposium was het reeds volledig volzet. Het publiek bestond uit vrijgestelden en vrijwilligers uit alle katholieke beleidsniveaus. Bovendien tekenden alle Vlaamse bisschoppen, met uitzondering van Mgr. De Kesel, present.

Het symposium werd geopend met muzikale bezinning onder deskundige leiding van Carine Devogelaere (IPB) en een welkomstwoord door de Brugse bisschop Mgr. Aerts. Vervolgens nam Peter Malfliet, communicatieverantwoordelijke van het bisdom Gent, ons virtueel mee naar Halifax en introduceerde zo auteur James Mallon en zijn wereldwijde bestseller ‘Als God renoveert’. Mallon heeft het onder andere over de identiteitscrisis waar de Kerk mee te kampen heeft, en waar volgens hem alle andere crisissen uit voortkomen. De Kerk moet in hoofdzaak missionair zijn, poneert Mallon, en leiderschap is daarin essentieel. Zelf voelt Mallon zich kiplekker in een leiderschapspositie: met zijn managerial aanpak lijkt zijn parochie stilaan herop te leven. Toch wil Mallon vermijden dat de focus al te zeer op het ‘mensenwerk’ komt te liggen, daar verwijst ook de titel ‘Als God renoveert’ naar: “Als onze visie zich niet uitstrekt tot voorbij dat waartoe we in staat zijn, zijn we misschien ongelovigen. Geloven vraagt van ons dat we echt op God vertrouwen. In de meeste gevallen blijven onze plannen echter volledig op veilig terrein en binnen de grenzen van wat wij denken dat mogelijk is. In feite heb je daar helemaal geen geloof voor nodig; we vertrouwen alleen op onze eigen kracht en middelen. Op die manier zijn we in de ware zin des woords ongelovigen, omdat we geen geloof nodig hebben om die doelen te bereiken.”

Marc Steen, als docent verbonden aan het Academisch Centrum voor Praktische Theologie en tevens bisschoppelijk gedelegeerde voor de parochies in het bisdom Brugge, somde enkele kritische bedenkingen op bij ‘Als God renoveert’. Hoewel het boek praktisch navolgbare en inspirerende voorbeelden aandraagt, is het aangewezen stil te staan bij de fundamenteel andere context die in Vlaanderen heerst; een copypaste-scenario is simpelweg onmogelijk. Verder heeft Steen onder andere twijfels over het evangelisatieconcept van Mallon, dat zich zou enten op het ideaal van de christenheid en zich daardoor te veel richt op numerieke kerkgroei en cultuurtransformatie. Ook bij de kritiek die Mallon oppert over het klerikalisme en het klerikaliseren van lekengelovigen plaatst Steen vraagtekens. Uit de vele voorbeelden in het boek blijkt immers dat Mallon de pastoor een zeer prominente rol als manager toedicht. Andere taken zoals spiritueel leiderschap verdwijnen zo naar de achtergrond.

Na de koffiepauze lichtte Stijn Van den Bossche het boek ‘Te weinig priesters… en nu?’ toe. Van den Bossche is voormalig secretaris van het ICC en vertaler van het boek van Borras. Het boek opent met een analyse van het probleem, want vaak vertroebelt de beeldvorming immers de kern van de zaak. Waren er vroeger bijvoorbeeld niet te veel priesters, waardoor hun aantal nu problematisch lijkt? Borras pleit ervoor om de schaarste te bewonen in plaats van het tekort aan te vullen; met andere woorden, het beste uit de huidige situatie halen, in plaats van terug te keren naar een voorbijgestreefd model. Vervolgens brengt Borras via de metafoor van het Lichaam de theologische bakens in herinnering die we nodig hebben om opnieuw vooruit te durven denken. Daarna zet hij uiteen welke mogelijkheden het wetboek uit 1984 voorziet bij een tekort aan priesters. Ten slotte formuleert hij enkele opties bij ‘absolute schaarste’, die zich voordoet “als de diocesane bisschop niet meer kan beschikken over het minimaal aantal priesters die in staat zijn om de essentiële zendingen te vervullen”. Daaronder vallen de veralgemening van c. 517 §21 (‘Indien de diocesane Bisschop wegens een tekort aan priesters van mening is dat deelname in de uitoefening van de pastorale zorg over een parochie toevertrouwd moet worden aan een diaken of een andere persoon die niet getekend is met het priesterlijk merkteken, of aan een gemeenschap van personen, dient hij een priester aan te stellen die, voorzien van de machten en bevoegdheden van een pastoor, leiding geeft aan de pastorale zorg.’) en van de pastorale coördinatoren (wat nu al gangbaar is), een beroep doen op buitenlandse priesters en permanente diakens en het wijden van viri probati (niet door het celibaat af te schaffen, maar via dispensatie) en christenvrouwen (een utopie).

Kerkjuriste Hildegard Warnink uitte haar waardering voor de analyse die Borras maakt in zijn boek. Tijdens haar kritische reflectie trachtte ze verder te gaan op zijn elan en formuleerde zo enkele andere voorstellen, waaronder de mogelijkheid om katholieke uitvaarten ook buiten de kerk te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld in aula’s. Verder hamerde ze op de sociologische veranderingen in de maatschappij en de consequenties voor het parochiale leven. Zo speelt het leven van mensen zich niet langer rondom de kerktoren af, maar hebben ze vaak een uitgebreid netwerk verspreid over verschillende dorpen en steden. De territorialiteit van de parochie is voor die gelovigen meestal ondergeschikt aan de samenstelling van de gemeenschap. Ook gezinnen zijn er de afgelopen decennia helemaal anders gaan uitzien. Hoe kan de Kerk hen nabij zijn? Voor nieuwe situaties zijn er volgens Warnink ook oude (maar vaak vergeten) recepten, zoals het huis-aan-huisbezoek van de pastoor. Het panelgesprek met de vier sprekers besloot het theoretische luik van het symposium.

Na de lunch verspreidden de deelnemers zich over de vier discussiegroepen. De sessie werd telkens geopend door een korte inleiding van een expert in thema. Vervolgens konden deelnemers hun bedenkingen en ervaringen delen. De discussiegroep ‘buitenlandse priesters’, werd ingeleid door Jan Dumon, gewezen secretaris-generaal van de Pauselijke Missiewerken in Rome. De groep bestond voor een groot deel uit buitenlandse priesters. Zij deelden dan ook hun motivatie en ervaringen. Tijdens de sessie ‘sacramentenpastoraal’ besprak Ria Dereymaeker, educatief medewerker bij CCV vicariaat Brussel, kritisch de praktische aanbevelingen uit het boek van Mallon met betrekking tot sacramenten. Kristof Struys, bisschoppelijk vicaris voor kerkelijke opleidingen in het aartsbisdom Mechelen-Brussel, nam ‘gelaagd ambt’ voor zijn rekening. De grootste groep meldde zich aan voor de sessie onder leiding van Carine Devogelaere over synodaliteit en gemeenschap. Miriam Spruit en Piet Raes besloten het symposium met hun korte reflectie over het verloop van de dag.

UCSIA, IPB, ACPT, ICC en Halewijn kijken met voldoening terug op het symposium en wensen alle aanwezigen, sprekers en publiek, uitdrukkelijk te danken voor hun bijdrage. De discussie over kerkopbouw in Vlaanderen is echter niet afgerond. De verschillende partners engageren zich om dit thema op lange termijn te onderzoeken en daarin alle geledingen van de Vlaamse Kerk te blijven betrekken.

Handouts & Presentaties

Hand-outs parochie en ambt

Hand-outs parochie en ambt

Tekst van Peter Malfliet

Tekst van Peter Malfliet

Kritische reflectie als God renoveert

Kritische reflectie Als God Renoveert
door Marc Steen

Boekvoorstelling te weinig priesters... en nu door Stijn Van den Bossche

Boekvoorstelling te weinig priesters… en nu
door Stijn Van den Bossche

Organisatoren

UCSIA vzw

Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen

IPB

Interdiocesaan Pastoraal Beraad

ICC

Interdiocesane Commissie voor Catechese

ACPT

Academisch Centrum voor Praktische Theologie

Uitgeverij Halewijn

uitgever van religieuze boeken

UCSIA

Koningstraat 2
B-2000 Antwerpen
info@ucsia.be
Tel. +32 (0)3 265 49 60

Voorlopige locatie tijdens de renovatiewerken:
Blindestraat 14, 2000 Antwerpen